de dronk van het bos


‘ben je dan niet benieuwd
naar de paden van poëzie

brand je dan niet
om de wol van mijn woorden te ontwarren’

mijn mond is een bos
elk van mijn dromen doet er een boom verrijzen

als het weer waait in mijn hoofd
valt elk blad als klank op mijn tong 

onder je voeten knispert het
en leg ik een lied

het zingt en het spint
alleen jij kan het horen:

‘verlang je dan niet
naar de dans met de wind

droom je dan nooit
van de dronk van het bos?’